(Als) een vis in het water...?
We reizen wat af hier in India. Ondertussen zit ik in week 10 en heb ik bed nummer 12 gehad, een hotelbed in Rameswaram. Rameswaram is een dorpje op een eiland dat door een brug met het vasteland verbonden is. Het is de plek in India die het dichtst bij Sri Lanka ligt; slechts 18 km. zee scheidt de twee landen.
Wij waren drie dagen hier, aan de kust om de vissers te ontmoeten en hun leven te leren kennen. Net als zoveel groepen in India, leiden zij geen gemakkelijk leven; ze moeten vechten voor hun bestaan. Een groot probleem waar de vissers mee te maken hebben, is de aantasting van het eco-systeem door trawlers. Trawlers zijn grote boten die een groot net over de zeebodem slepen en alles in hun net binnenhalen. Ze hebben dus een grote bijvangst, zelfs van soorten die met uitsterven bedreigd worden. Ondanks dat trawlers zeggen de bijvangst terug te gooien in zee, zijn veel dieren al overleden voor ze teruggegooid worden. Daarnaast worden ook het koraal en de hele zeebodem aangetast. Officieel zijn trawlers verboden in de Indische wateren, toch varen er heel wat rond. Dat komt door corruptie. Booteigenaren betalen 100.000 roepies per boot aan ambtenaren om toch te kunnen vissen. De vissers die wij hebben ontmoet kunnen hier nooit tegenop. De gevolgen voor hen:
- Er is veel minder vis, dus minder inkomsten.
- Vissers die meer traditionele technieken hanteren, worden beschuldigd van het schade toebrengen aan het eco-systeem en daarom beperkt in hun doen en laten.
- De vissers gaan naar Sri Lankaanse wateren om te vissen, maar worden daar opgepakt door de Sri Lankaanse marine. Die injecteert hen soms met een virus, schiet hen soms dood als ze voor smokkelaars worden aangezien of worden voor langere tijd in de gevangenis gezet.
De regering heeft inmiddels een Gulf of Mannar Biosphere ingesteld, een gebied van 365 vierkante kilometer waar nauwelijks gevist mag worden. De 21 eilanden in dit gebied worden omheind, zodat vissers er niet meer kunnen komen. De vissers zouden namelijk de bomen op de eilanden kappen, terwijl zij er alleen komen om een schuilplaats te zoeken met slecht weer. Ook de vrouwen kunnen de eilanden niet meer als basis gebruiken voor het plukken van zeewier, wat ze gebruiken om onder andere sieraden van te maken. De regering beschuldigt de vrouwen van het toebrengen van schade aan het koraal. Zo beinvloedt de regering zeer sterk de inkomstenbron van vissers, terwijl de vissers zeggen dat ze vals beschuldigd worden. Het zijn de technieken die anderen gebruiken (trawlers), anderen die niet in het gebied wonen, die het eco-systeem beschadigen.
T.R.R.M. is een organisatie die zich inzet voor de vissers. Zij verenigen de vissers in hun strijd voor hun bestaan. Ze beginnen met petities en demonstraties. Als dat niet helpt, gaan ze over tot extremere acties, zoals een vastenperiode of het blokkeren van (spoor)wegen. Op deze manier proberen ze stapje voor stapje -en de stapjes zijn heel klein - de situatie van de vissers enigzins te verbeteren. Maar T.R.R.M. en de vissers weten heel goed dat als er niet snel iets verandert, er over 10 jaar geen vis meer in de oceaan is. Duizenden mensen zullen dan moeten migreren om werk te vinden. Zij zullen in de sloppenwijken terecht komen en hun leefomstandigheden zullen dus niet verbeteren.
Een vraag die zich steeds meer en meer aan mij opdringt als ik nadenk over dit soort kwesties, is: hoe kunnen er in hemelsnaam mensen bestaan die helemaal niets geven om andere mensen, maar die alleen uit zijn op hun eigen gewin?
Met elk verhaal dat ik hier hoor, hoor ik hoe geld een heel belangrijke rol speelt. Geld bepaalt het leven dat je leidt. Ben je rijk, dan kun je alles doen wat je wilt, je hoeft je niet om anderen te bekommerren. Maar heb je (bijna) niets en leef je van wat de natuur je geeft, dan vecht je dagelijks voor je leven. Ik vind dit werkelijk onvoorstelbaar, dat je niet nadenkt over de gevolgen van je acties.
Mooi gebied
Ondanks alle ellende heb ik ook erg genoten van Rameswaram. Het eiland is prachtig. De stranden zijn nog onaangetast door toerisme en industrie. Het zijn bounty-stranden: palmbomen, licht zand en helderblauw water. Het ene strand was nog mooier dan het andere. Daarnaast is het geen stedelijk gebied. De steden in India zijn zo druk en zo vervuild, dan is de rust op een eiland als dit, soms letterlijk, een verademing.
Een punt van het eiland strekt zich uit in de zee (of moet ik zeggen: zeeen?). Als je helemaal naar het puntje loopt, ligt links een heel kalme Baai van Bengalen en rechts een woeste Indische Oceaan. Deze twee wateren ontmoeten elkaar hier, je kunt letterlijk met een voet in de ene zee staan en met de andere in de andere. Heel bijzonder.