Hartelijk dank
'Mauri!' is het groetende woord in Kiribati en het betekent zoveel als 'gezondheid'. Als je iemand ontmoet, dan wens je hem allereerst een goede gezondheid toe, waarmee het eerste culturele verschil al duidelijk wordt; het heeft meer betekenis dan ons 'hallo/hoi'.
Het is nu drie weken geleden dat ik weer in een ander deel van de wereld beland ben, dit keer op een klein eiland in het midden van de Stille Oceaan, net boven de evenaar. Het was heel bizar om dit vanuit het vliegtuig te zien, het is werkelijk niet meer dan een smalle strook land in een gigantische azuurblauwe zee. Als ik mijn huis hier uitloop en ik ga 150 meter naar links, dan sta ik bij de zee en hetzelfde als ik 150 meter naar rechts ga. Op het moment dat ik dit schrijf, is de lucht strakblauw, de zon schijnt fel en de fan doet z'n best om enige verkoeling te brengen om 10 uur in de morgen. De varkens, kippen en honden scharrelen rondom het huis, de kat slaapt naast mij in de vensterbank en af en toe waait er een zacht briesje door de palmbomen. Ieder moment kan ik een luide plof horen en dan is er weer een kokosnoot uit de boom gevallen. Welkom in het paradijs!
Kiribati
Het eilandenrijk Kiribati, met linksboven (in rood) Tarawa
Deze droom contrasteert voor mij wel de dagelijkse realiteit voor velen. Kiribati is niet langer voor iedereen het paradijs, want de stijgende zeespiegel bedreigt de 33 laaggelegen atollen. Het hoogste punt is een heuveltje op het eiland Tarawa, het hoofdeiland, dat slechts 3 meter boven de zee uitsteekt. Erosie van de kust bedreigt vele dorpen. Op veel plaatsen zijn muren in zee gebouwd om te proberen de kust te beschermen, hoewel het in bepaalde gevallen de erosie op andere plaatsen verergert. Drinkwater wordt een probleem, omdat het grondwater verzilt. De hitte van de zon wordt steeds verzengender, je houdt het nu amper uit in de zon.
Een bezoekje aan het dorpje Eta op Tarawa deze week heeft op mij diepe indruk gemaakt. Elke dag om drie uur in de middag en in de vroege morgen komt het tij op en stroomt het dorp in. Wij waren er om een uur of vijf in de middag en de meeste plekken konden we niet met droge voeten bereiken. We moesten door enkeldiep water waden naar de huizen en de maneaba, de ontmoetingsplaats en het sociale hart van het dorp. De voorganger vertelde ons dat als er een westenwind staat, de wind het water de huizen in laat golven. Deze problemen zijn begonnen vanaf het jaar 2000 en vormen nu de dagelijkse realiteit voor de inwoners. Ons was beloofd dat we hier goed konden zwemmen, maar nadat we dit gezien hadden, hadden we geen van allen meer zin om te zwemmen. Hoe konden we hier plezier maken met elkaar, terwijl het decor een keiharde werkelijkheid liet zien? En dit is slechts een van de vele voorbeelden hoe klimaatverandering een bedreiging vormt voor de prachtige eilanden van Kiribati.
Abaiang
Onze tweede week hebben we doorgebracht op het eiland Abaiang, dat een stukje ten noorden van Tarawa ligt, het andere eiland waar we de rest van de tijd verblijven. We zaten elk in een ander dorp en logeerden bij de voorganger van de KPC gemeente daar (Kiribati Protestant Church). Maar hele gemeente was gastheer in mijn geval en dat is een ander kenmerk van de cultuur hier: het gemeenschappelijke leven is heel belangrijk. Iedereen brengt veel tijd door in de maneaba, daar wordt samen gegeten (iedereen brengt een schaal eten mee) en in veel gevallen slaapt men er ook. Er komen niet veel blanken op Abaiang, dus zeker voor de kinderen was ik een bezienswaardigheid. Ik hoorde de mensen ook veel over mij praten, dan ging het over de 'imetang', de blanke. Ik denk dat alles wat ik deed, uitgebreid besproken is, dat hoort erbij.
Het dorp dat het meest getroffen is door de klimaatverandering ligt op dit eiland, Tebuningako. De zee heeft het dorp overspoeld en de mensen hebben moeten verhuizen. De gemeenschap is verspreid geraakt over verschillende plaatsen. Toen het eb was, hebben we rondgelopen in het getroffen gebied en er mangroves geplant. Het schokkendste vond ik dat er geen spoor meer over was van bewoning. De mensen wezen ons de plaatsen aan waar de huizen, de kerk en de maneaba stonden, maar er lag zelfs geen steen waaraan je kon aflezen dat er ooit een gebouw had gestaan. De zee heeft het volledig verwoest. Toch, als je de mensen vraagt hoe ze nu tegen de zee aankijken, dan beschouwen ze de zee als vriend; het blijft een van de belangrijkste bronnen van inkomsten en voedsel.
Het team (bijna) weer compleet
Verder, de jongens uit het team hebben zich afgelopen zondag bij ons gevoegd. Zij moesten een visum aanvragen voor Kiribati voor ze kwamen; ik kon een visum bij aankomst krijgen. Een reisbureau in Nieuw Zeeland heeft geholpen met de visumaanvragen voor de jongens en vervolgens zijn hun paspoorten zoekgeraakt bij de koerier die de papieren naar de ambassade van Kiribati moest brengen. Dit was zeer ongelukkig. Er zijn volgmethoden gebruikt voor de verzending en de kans dat een dergelijk pakketje zoekraakt, is ongeveer net zo groot als de Staatsloterij winnen. In dit geval hebben de jongens de jackpot gewonnen.
We hebben ruim een week gewacht, hopende dat de paspoorten zouden opduiken, maar op het moment dat wij meiden naar Kiribati vertrokken, zijn de jongens aan de slag gegaan met het aanvragen van nieuwe paspoorten. Dat is sneller gegaan dan verwacht (de procedure kon tot een maand in beslag nemen, volgens de Indiase ambassade), dus we zijn blij dat de jongens toch nog een kleine twee weken bij ons in Kiribati kunnen zijn. Dank voor alle gebeden en gedachten voor deze situatie.
De jongen uit Myanmar zullen we voor een paar dagen in Fiji zien, hij heeft een visum gekregen voor vier dagen in Fiji en we zijn blij dat we hem in de laatste week nog weer in het team hebben. We zullen elkaar veel te vertellen hebben.
Persoonlijk
Met mij persoonlijk gaat het goed. Ik geniet enorm van het leven hier. De levensstijl is erg relaxed, alles gebeurt op 'kokosnoottijd' (een kokosnoot valt pas uit de boom als die er klaar voor is) en ondanks mijn Nederlandse punctualiteit, kan ik me er goed aan aanpassen. Ook qua gezondheid gaat het goed, ik ben gelukkig nog niet ziek geweest.
De mensen hier zijn zeer gastvrij. Ik logeer in een gastgezin op de campus van het hoofdkantoor van de KPC en ze doen er alles aan om te zorgen dat ik me thuisvoel. Dat is hartverwarmend. Als men ook maar denkt dat ik iets nodig heb, dan word ik er zo snel mogelijk van voorzien. Maar ook op andere plaatsen is men heel gul. Zo ging ik afgelopen zondag elders naar de kerk en na de dienst was er een feest ter ere van mijn komst. Ik kon daar niet heen zonder in het nieuw gestoken te worden door de gemeente en bij vertrek kreeg ik ook nog van alles mee. En zo worden de gasten bij iedere gelegenheid van cadeaus/nieuwe kleding voorzien, heel bijzonder.
Ondertussen komt TIM tot een einde. Nog twee weken, dan is het voorbij. Volgende week hebben we een debrief in Fiji en dan is het tijd om afscheid te nemen. We zijn de dagen aan het aftellen tot we naar huis gaan, hoewel ik het ook moeilijk voor te stellen vind dat we nog maar zo kort samen hebben. We hebben zoveel beleefd, zoveel meegemaakt en straks leven we ieder weer onze eigen levens. We kunnen in ieder geval terugkijken op een heel bijzonder jaar. Maar eerst genieten we nog even van elkaars gezelschap.